Bijdrage Mijntje Pluimers Raad 11 april kwestie toegepast zand
Voorzitter,
RoyalHaskoningDHV
Het doel van het college van het onderzoek door RHK was om zekerheid en geruststelling m.b.t. de volksgezondheid aan inwoners te bieden. En dat is gelukt. Want het is gebleken dat de kwaliteit van al het zand dat er ligt, op 1 plek na, goed genoeg is. En dat is mooi en heel fijn voor inwoners. Een opluchting ook. Maar daarmee is ook alles gezegd.
De volgende punten:
- Dit rapport zegt alleen iets over de volksgezondheid op dit huidige moment. Dit rapport zegt niets over de kwaliteit van het zand van deelpartij 1. Daar waar het allemaal om gaat voorzitter, daar waar al maanden grote onrust over is.
- RHK heeft de metingen gedaan in het totale gebied en is, zoals ze zelf zeiden; uitgegaan dat alles wat er ligt, deelpartij 1 is. Dat is dus niet zo en kan ook niet; het is nl. onmogelijk onderscheid te maken tussen deelpartij 1 en het andere zand. Op de door mij genoemde bladzijden op de informatieavond, staat klip en klaar dat ook ander zand is toegepast. En soms ook heel veel. Zand van deelpartij 1 is vermengd met ander zand. Vermenging betekent verdunning. Zie het als een glas aanmaaklimonade, waarbij de siroop deelpartij 1 is en het andere zand het water. Waar al dat andere zand vandaan kwam, is onduidelijk maar wel zeer relevant. Een locatie is helaas helemaal niet onderzocht vanwege gebrek aan medewerking van Vink.
Vragen:
- Vindt het college het ook niet raar dat wij niet weten wat de herkomst van het zand is; al het zand dus; deelpartij 1 en het andere zand?
- Gaat het college zich nog inspannen om deze locatie alsnog onderzocht te krijgen?
- Dit rapport zegt dus niets over de volksgezondheid op het moment van toepassen van deelpartij 1 in 2015. Want uit het DAT-rapport van 2017 blijkt dat ´deelpartij 1´ vervuild was, niet gereinigd of gestort is, maar is toegepast. En dat had nooit mogen gebeuren. Daar wordt veelal aan voorbij gegaan. Styreen kan er niet inzitten, zei Vink ferm. En het zit er toch. Zoals meer stoffen overigens.
Vraag: Is het college niet benieuwd wat de kwaliteit van het zand en dus de volksgezondheid was in 2015? En waar kinderen, bouwvakkers, inwoners en natuur aan blootgesteld zijn?
- Zeer merkwaardig zijn de aanvankelijk stevige en grote woorden van het college met evenzeer stevige vervolgacties zoals juridische dwangmiddelen, m.b.t. de essentie van de kennis van de herkomst van het zand. Nu ineens ziet het college niet wat de kennis daarvan nog van meerwaarde zou zijn. Waarom? Doet dat er dan niet meer toe?
Vragen:
- Heeft het college dan niet begrepen dat er grote zandmengingen hebben plaatsgevonden? Zowel rondom het moment van keuren als het moment van toepassen.
- Waarom wil het college de herkomst van het zand niet weten?
- Vink beroept zich inzake herkomst grond op privacy, bedrijfsgeheim. Maar Vink en de gemeente zijn partners in de 2 CVs De Burgt. Dan heeft de gemeente als vennoot toch recht op die informatie? Ligt toch voor de hand? Ook al is de gemeente stille vennoot. Jullie zijn toch zakenpartners?
- Ik heb hier twee uittreksels uit de KvK waaruit blijkt dat een voormalig ambtenaar ook nog gevolmachtigde is als beherend vennoot in CV de Burgt. Ofwel ook de gemeente was toch ook langs die weg met alles op de hoogte, voorzitter? Gemeente heeft het kennelijk nodig gevonden om goed op de hoogte te zijn van het reilen en zeilen, door een ambtenaar als gevolmachtigde aan te wijzen.
BMC
Dat was een behoorlijk stevig rapport voorzitter. Daar zal het college wel flink van geschrokken zijn neemt LB zo aan. Het blijkt dat college en de gemeente gefaald heeft in het meldings- en toezichtbeleid.
Onderzoeker liet zich ontvallen dat er in 2011 een landelijke evaluatie is geweest. Vanzelfsprekend horen daar aanbevelingen bij. Waarom anders een evaluatie zou je zeggen. Het is daarom ongelooflijk dat het toezicht- en meldingsbeleid dan na 4 jaar nog steeds volstrekt niet adequaat was. Daar is het college en 1 wethouder in het bijzonder, verantwoordelijk voor. Dit heeft er mede toe geleid dat het toezicht op de toepassing van deelpartij 1 mislukt is. Met alle gevolgen van dien.
Rapportage College
Inwoners moeten kunnen rekenen op een daadkrachtig, transparant en pro-actief college dat zich actief verdiept in de materie die van belang is voor de samenleving als ook de gemeenteraad. In december heeft Lokaal Belang middels een motie van afkeuring al aangegeven dat zij de handelwijze en de beleidskeuzes van het college als lokaal verantwoordelijk bestuursorgaan onvoldoende vindt.
- Actieve informatieplicht naar de raad
Wij kunnen inmiddels met meer voorbeelden dan ons lief zijn, concluderen dat het college liever kiest voor stilhouden en klein houden i.p.v. de actieve informatieplicht naar de raad vorm te geven en concreet antwoorden te geven op vragen. De tendens van het zowel niet tijdig aanleveren als niet-openbaar dan wel 'geheim’ kwalificeren van ter zake doende stukken in deze kwestie, vinden wij ongewenst. Kort voor deze raad hebben wij ook diverse niet-openbare stukken van het college ontvangen. Deze hebben allen betrekking op dit onderwerp maar wij kunnen er niks mee. Op deze wijze worden wij als raad met handen en voeten gebonden en kunnen wij onze controlerende en volksvertegenwoordigende taak niet goed vormgeven. Het is daarbij triest te moeten constateren dat het zelfs nodig blijkt dat onze fractie tot 2x toe een WOB-verzoek moest indienen om informatie boven tafel te krijgen.
Lokaal Belang vindt deze houding van het college betreurenswaardig.
- Houding
We hebben inmiddels allemaal kennis kunnen nemen van het feit dat de heer Baakman van de Omgevingsdienst de woorden m.b.t. de stelligheid van het college over het ontbreken van gezondheidsrisico’s, daadwerkelijk heeft uitgesproken. In het interpellatiedebat liet wethouder de Kruijf nog in stevige woorden aan ondergetekende weten dat ‘ik maar eens heel goed moet luisteren en dat het college deze aantijging niet wenste te accepteren". Voorzitter, gaat de heer de Kruijf excuses maken aan de makers van Zembla en aan ondergetekende? Lokaal Belang kwalificeert de houding van de wethouder, namens het college, als onverstandig, inconsistent en ongeloofwaardig.
Het raadsvoorstel om extra geld is op een paar punten niet helemaal kloppend, maar het geld is goed besteed omdat dit rust voor inwoners heeft gecreëerd. Maar, voorzitter, Lokaal Belang heeft nog volop vragen en is bezorgd over de staat waarin deze zandaffaire zich bevindt. Dank u wel.
Onderzoek
In het belang van de samenleving en onze inwoners, willen wij een goed, onafhankelijk en volledig onderzoek. Wij zien graag enkele belangrijke aanpassingen op het voorstel.
- Periode onderzoek
Wij als raad willen, ik citeer, ‘onafhankelijk onderzoek over het verloop van de zandkwestie’. Daar hoort alles bij. Als wij als raad onze controlerende taak m.b.t. de handelswijze van het college willen doen, dan start dat tenminste op 28 november 2017. Het moment dat het college werd geïnformeerd. Met dit voorstel moeten wij maar afwachten of de onderzoekscie het nodig acht verder terug in de tijd te gaan. Wij als raad behoren die commissie actief de opdracht te geven om zo een gedegen onderzoek te laten plaatsvinden. Daarnaast sluit het niet aan bij het unaniem aangenomen initiatiefvoorstel van 30 januari 2019 waarbij opgedragen wordt te onderzoeken vanaf het moment dat het college is geïnformeerd.
Amendement 1.
- Handelswijze college
Het handelen van het college en diensten/ambtenaren dient te worden onderzocht en niet het handelen van de raadsleden, inwoners en derden. Belangrijker nog, zij -met name inwoners en derden- hoeven hierover geen verantwoording af te leggen en het is niet aan de raad om hen te vertellen wat inwoners en derden wel of niet moeten doen. Inwoners zijn hier slachtoffer. Buitengewoon opmerkelijk dat deze raad inwoners onder een vergrootglas wil leggen. Wel relevant is hoe en of het college alle betrokkenen heeft geïnformeerd.
Amendement 2 en 3
- Lessen trekken door raad
Welke lessen de raad en de samenleving trekken, maken de raad en de samenleving zelf uit. Dit onderzoek is het onderzoeken van het verhaal. Om deze lessen te trekken, is informatie uit dit onderzoek nodig en is dus geen onderzoeksvraag op zichzelf. Die trekt de raad zelf, na de rapportage.
Amendement 4
- Presidium als klankbordgroep
Het is een aardig idee om als raad een beetje feeling te houden met het verloop van het onderzoek. Echter, de raad spreekt uit een onafhankelijke rapportage over het verloop van de zandkwestie te willen dat bijdraagt aan de versterking van het vertrouwen in politiek en bestuur. Transparantie naar de raad en de samenleving is daarom van het grootste belang. De onderzoekscommissie moet onafhankelijk en zelfstandig kunnen handelen en beslissen binnen de door de raad gestelde kaders. Het Presidium heeft een niet-openbaar karakter. Het is dus ongewenst het Presidium, naast een verbindende rol richting de gehele raad, in beslotenheid invloed te laten hebben op het opstellen van een plan van aanpak, het onderzoeksprotocol, de onderzoeksvragen en aanpassing van de omschrijving van het onderwerp van het onderzoek.
Amendement 5
- Niet-openbare informatie en argumentatie
Als het college meent dat informatie niet openbaar moet blijven, dan willen wij dat het college dat in het openbaar met redenen omkleed. Op deze wijze kunnen wij de denkstappen goed volgen en onze controlerende taak goed uitvoeren.
Amendement 6
- Interviews
Bij een onderzoek horen vanzelfsprekend interviews met betrokkenen. Het verslag daarvan, of het nou besluitenlijsten of verslagen zijn, behoren door beide partijen herkenbaar te zijn. De raad spreekt uit een onafhankelijke en eerlijke rapportage over het verloop van de zandkwestie te willen dat bijdraagt aan de versterking van het vertrouwen in politiek en bestuur. Gespreksverslagen moeten daarom door beide gesprekspartners worden geaccordeerd. En om elke mogelijke discussie achteraf te vermijden, behoort van elk interview een woordelijk verslag gemaakt te worden.
Amendement 7
Hiermee hopen wij op een gedegen en compleet onderzoek om de gehele kwestie goed te kunnen beoordelen.
Dank u wel.