Schriftelijke vragen vervolgproces mogelijke herindeling Scherpenzeel en Barneveld
Geacht College,
Op basis van de organisatieverordening van de gemeenteraad artikel 42, stelt de fractie van Lokaal Belang schriftelijke vragen aangaande het vervolgproces rondom de mogelijke herindeling van de gemeente Scherpenzeel en de gemeente Barneveld.
Afgelopen dinsdag 17 november heeft Lokaal Belang in het kader van het Open overleg de commissievergadering bestuur, met daarbij namens GS aanwezig, dhr. Markink, wederom haar zorgen over het proces geuit en enkele vragen gesteld. De heer Markink heeft op diverse vragen gereageerd. Helaas was er geen tijd om de nog op ons lijstje staande vragen te stellen en verder inhoudelijk te reageren op de antwoorden van de heer Markink. Gezien de gevoeligheden, de grote tijdsdruk en de grote belangen, ook voor de gemeente Barneveld (!), stellen wij hierbij een aantal schriftelijke vragen.
Lokaal Belang heeft eerder kennisgenomen van het Plan van Aanpak, de bijbehorende tijdslijn. In de vergadering heeft Lokaal Belang hierop doorgevraagd over het “Concept beslisdocument over de meest duurzame variant” in deze kwestie op en/of rond 2 december aanstaande. De heer Markink antwoordde daarin ontwijkend of er inderdaad een (concept-)besluit zou vallen en hoe dit precies in elkaar zat. Als wij het Plan van Aanpak hierop opnieuw raadplegen, dan is klip en klaar dat: “in het ‘Bestuurlijk overleg’ bestuurlijke besluit- en afstemming plaatsvindt waarbij partijen gezamenlijk aan de uitvoering van dit Plan van Aanpak werken, waarbij de Provincie bestuurlijk en ambtelijk een regierol vervult. In dit overleg zijn bestuurders van de gemeenten Scherpenzeel en Barneveld vertegenwoordigd.” In de praktijk is dat voor Barneveld ons college.
Daarnaast is in de commissievergadering van PS een dag later, 18 november, dit beslismoment ook aan de orde geweest. Hierbij was de heer Markink ineens veel duidelijker en bevestigde dit onze vraag. Het is dus duidelijk dat er in het ‘Bestuurlijk Overleg’ rond 2 december (of misschien iets later vanwege een extra bestuurlijk overleg) een ‘concept-beslisdocument’ wordt vastgesteld waarbij wordt uitgesproken wat deze groep als ‘meest duurzame variant’ van de 3 varianten acht. Dat kan dus ook herindeling zijn.
Dat betekent dus ook dat ons college namens de gemeente Barneveld een bepalende uitspraak doet die GS gaat meenemen in haar oordeel voor het definitieve besluit (uiterlijk half januari), zonder dat onze raad ooit werkelijk heeft gedebatteerd over de wenselijkheid van een herindeling, een lichte variant of reguliere samenvoeging en alles wat daarbij hoort. Het college kan dus commitment gaan geven aan variant 3, de herindeling met Scherpenzeel. De mening van de raad wordt in deze gewichtige, gevoelige kwestie dan niet meegenomen. Dat kan ook niet, want als raad hebben wij nooit een officieel standpunt kunnen innemen. De afwegingen van het college voor een van de 3 varianten wordt dus niet met de raad besproken en gaat rechtstreeks naar GS toe. Wij kunnen in ieder geval niet ontdekken waar de raad van de gemeente Barneveld aan zet is tussen het concept-beslisdocument en het definitieve besluit van GS. In de ogen van Lokaal Belang buitengewoon onwenselijk. Dat er volgens ‘het boekje’ geen mening van de raad gevraagd zou hoeven te worden in deze periode, betekent nog niet dat dit onbelangrijk of bestuurlijk onverstandig is. Integendeel. Hier hoort de raad in volle openbaarheid over te spreken zodat de ‘de mening van de gemeente Barneveld’ genuanceerd en breed gehoord wordt door GS.
1. Is het college bereid het ‘concept-beslisdocument (en de variantenanalyse met de daarachter liggende aannames c.q. toezeggingen ten aanzien van voorzieningenniveau, financiën en dienstverlening) over de meest duurzame variant ten aanzien van de ‘versterking bestuurskracht Scherpenzeel’ vergezeld met een toelichting van het college, per ommegaande met de raad te delen?
2. Is het college bereid om te wachten met het innemen van een standpunt (in ieder geval ten aanzien van reguliere herindeling) totdat de raad zich over de wenselijkheid hiervan heeft kunnen uitspreken?
Mocht u hiertoe niet bereid zijn, dan zullen wij ons als Lokaal Belang beraden op hoe wij u dan zullen bevragen.
Zoals u weet hecht Lokaal Belang zeer aan draagvlak; in Scherpenzeel én in de gemeente Barneveld. In Scherpenzeel ontbreekt dat overduidelijk; helaas gaat de Provincie hieraan voorbij en wordt de peiling in Scherpenzeel op een ongepaste wijze terzijde geschoven. Aangegeven werd, door zowel u als GS, dat het draagvlak tijdens het Open Overleg verder in kaart gebracht en geduid zou worden.
3. Eerder is door het college o.a. als randvoorwaarde gesteld “een stevig draagvlak voor een fusie, zowel in Scherpenzeel als Barneveld”. Onze eerdere vragen hierover (20 mei, 14 juli, 1 oktober) heeft u in onze ogen steeds ontwijkend beantwoord. Inmiddels, zo blijkt uit het verslag van 13 oktober jl., lijkt het college een voorstander van een herindeling. Nu, in deze fase, wordt het tijd voor duidelijkheid.
a. Tot op heden is er geen politiek of maatschappelijk draagvlak voor herindeling in Scherpenzeel. Waarom heeft het college op basis van haar eigen randvoorwaarden geen andere conclusies getrokken?
b. Welke ondergrens hanteert het college voor het draagvlak in Scherpenzeel? En welke voor Barneveld?
Daarnaast werden wij tijdens de commissievergadering van 17 november jl. verrast door de opmerking van de heer Markink over het instellen van een ‘Kieskompas’ om het participatietraject aan te vullen teneinde, zo lezen we later in uw memo van 23 november “de verkregen kwalitatieve informatie kwantitatief te valideren”. Er staat ook dat verwacht wordt dat het participatietraject eind week 48 (dat is uiterlijk 29 november a.s.) afgerond wordt.
4. Aangezien u met GS in het Open Overleg gesproken heeft over het participatietraject en het Kieskompas, hebben wij de volgende vragen:
a. Op welke wijze heeft het duiden en in kaart brengen van draagvlak nu een plek gekregen in het participatietraject, welke eind week 48 afgerond wordt?
b. Wat voor ‘suggesties’ heeft u aangedragen met betrekking tot de participatie in het overleg op 3 november?
c. Is het Kieskompas nu wel of niet bedoeld om draagvlak in kaart te brengen?
Zo ja, hoe kan dit Kieskompas dan nog onderdeel uitmaken van het participatietraject? NB Dit traject is al bijna ten einde en zeer binnenkort wordt al besloten over de voorkeursvariant?!
Zo nee, waarvoor is het Kieskompas dan bedoeld?
d. Wordt dit Kieskompas alleen verspreid in de gemeente Barneveld of ook in Scherpenzeel?
e. Wie stelt de vragen voor dit Kieskompas op? Worden deze vragen vooraf in het bestuurlijk overleg vastgesteld?
f. Wat is de grondslag voor de vraagstelling? Is die gelegen in een evenwichtige, objectieve vergelijking van de 3 varianten?
Zo ja, wordt deze vergelijking eerst voorgelegd aan alle betrokken gemeenten, zodat we zeker weten dat deze objectief en evenwichtig is?
Zo nee, op grond van welke afweging wordt uit de beantwoording dan draagvlak voor 1 van de varianten afgeleid?
Voorbeeld: Als een inwoner aangeeft te hechten aan voorzieningen zoals bijv. een zwembad, welke conclusies worden dan vervolgens verbonden aan het draagvlak voor herindeling? Welke toezeggingen ten aanzien van de instandhouding van een zwembad liggen daaraan ten grondslag? Worden die door beide gemeentebesturen onderschreven?
g. Wat zijn de criteria voor ‘goede’ vragen? Het is namelijk belangrijk dat een vraag ondubbelzinnig te interpreteren valt. Een vraag kan door zowel Scherpenzelers als Barnevelders anders geïnterpreteerd worden.
Voorbeeld 1: “Hecht u aan een groene omgeving?”
-Barnevelders kunnen bijvoorbeeld antwoorden: “Ja” met de gedachte: Hier wordt teveel gekapt; het is hier niet groen genoeg.
-Scherpenzelers kunnen bijvoorbeeld antwoorden: “Ja” met de gedachte: Maar wij willen ook graag meer woningen om de woningbouwopgave die er is, een plek te geven; en-en dus.
Beide antwoorden zijn ja, maar de achtergrond van de gedachte erbij is verschillend. Er bestaat dan een risico dat de uitslagen niet werkelijk de gedachten weergeven zoals deze leven.
Voorbeeld 2: “Accepteert u een verhoging van de OZB?”
Denkt u dat iemand hierop zonder meer ‘ja’ gaat antwoorden?
h. Zijn de resultaten van het Kieskompas beschikbaar en gekwalificeerd voorafgaande aan het definitieve besluit tot een herindelingsontwerp, uiterlijk half januari a.s.? Lokaal Belang acht dit wenselijk; draagvlak is tenslotte een essentieel criterium in het nieuwe beleidskader en GS dient hier in haar besluiten dus rekening mee te houden.
5. In uw memo geeft u aan dat u GS erop wijst dat het “college van Scherpenzeel - in haar reactie op het concept brondocument bij de variant fusie met Barneveld - afstand neemt van het voorstel voor een lichte samenvoeging. Dit sluit niet aan bij hetgeen het college eerder heeft aangegeven. Barneveld verzoekt de provincie dit in verslagen na te gaan en te bespreken”.
Wij zijn verbaasd dat u dit wilt laten ‘uitzoeken’. In de ogen van Lokaal Belang is Scherpenzeel glashelder in haar overtuiging dat zij géén ‘lichte samenvoeging’ wil.
a. In de commissie gaf u geen helder antwoord op onze vraag hierover; Heeft het college van Scherpenzeel zich nu positief of negatief uitgesproken over een lichte samenvoeging? Wanneer was dit en waar is dit terug te lezen?
Deze vragen en de antwoorden daarop zijn zeer relevant voor de gemeente Barneveld, inwoners en raad. Tenslotte; mocht GS een herindeling willen, waar het zeer op lijkt, dan valt de lichte herindeling af en blijft een ‘reguliere herindeling’ over. Dat betekent óók de opheffing van de gemeente Barneveld, het vervallen van de gemeentenaam Barneveld en het ontslag van alle ambtenaren. Hierover heeft onze raad zich nooit beraden en uitgesproken. Ook onze inwoners niet. Dat vindt Lokaal Belang, zeker met het oog op het spoedig volgende herindelingsbesluit, ongewenst.
b. Is het college dat met ons eens?
c. Indien een reguliere herindeling; Heeft het college al een plan voor dit scenario?
d. Accepteert u het standpunt van Scherpenzeel wel of niet?
Vriendelijke groeten,
Mijntje Pluimers
Fractievoorzitter, raadslid
Barneveld, 25 november 2020