Gemeente Barneveld

 Politieke partij

Schriftelijke vragen aangaande het opnieuw niet (inhoudelijk) beantwoorden van schriftelijke vragen


Geacht College, 

Op basis van de organisatieverordening van de gemeenteraad artikel 42 stelt de fractie van Lokaal Belang opnieuw schriftelijke vragen over de handelwijze van het college aangaande het opnieuw niet (inhoudelijk) beantwoorden van schriftelijke vragen. 

Met ongeloof heeft Lokaal Belang kennis genomen van uw antwoord d.d. 4 februari jl. op onze eerdere vragen over dit onderwerp d.d. 12 december 2019. Het feit dat u, opnieuw, weigert te voldoen aan uw wettelijke plicht (in het kader van artikel 169 van de gemeentewet) tot het ‘verstrekken van informatie aan raadsleden’ en dat u daar geen steekhoudende en wettelijke argumenten voor heeft, vinden wij zeer kwalijk, ongepast en ondemocratisch. 

U heeft als college van B&W de wettelijke plicht verantwoording af te leggen over uw keuzes en handelwijze aan de gemeenteraad, het hoogste orgaan, alsmede individuele raadsleden. Door uw herhaalde weigering deze verantwoording af te leggen en door wettelijke kaders te negeren, toont u aan respectloos om te gaan met de lokale democratie, de gemeenteraad en de oppositie, met oppositiepartijen LB en VVD in het bijzonder.  

Voor Lokaal Belang is dit een principiële zaak en wij zullen daarom vervolgstappen zetten. Daarnaast dienen wij hierbij de eerder gestelde vragen, enigszins aangepast aan de recente ontwikkelingen, opnieuw in. Wij verzoeken u dringend uw niet transparante en ondemocratische houding en handelwijze te veranderen en de oppositie serieus te nemen. Dat betekent dat alle vragen en zeker vragen over uw handelwijze, afzonderlijk en inhoudelijk beantwoord dienen te worden. Tevens achten wij het noodzakelijk een afschrift van deze vragen met bijlagen en begeleidende brief, te versturen naar de Commissaris van de Koning, Provinciale Staten, VNG, Binnenlands Bestuur en het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties. Tevens dienen wij een nieuw WOBverzoek in dat u separaat zult ontvangen. 

Voor Lokaal Belang zijn er nog vele open einden in de ‘zandcrisis’ die een ‘bestuurscrisis’ bleek te zijn. Niet alleen voor ons, maar ook voor de gedupeerde inwoners in de gemeente Barneveld die zich verenigd hebben in de ‘Stichting Bewonersbelangen Onderzoek Bouwgrond’. Zij hebben een rechtszaak aangespannen waarvoor u overigens als getuige bent opgeroepen voor een getuigenverhoor op 10 februari a.s. Daarnaast is ook de ‘windkwestie’ niet gaan liggen. Opnieuw zijn inwoners aangeslagen, boos, gefrustreerd en voelen zij zich niet serieus genomen. Het lokale bestuur behoort er voor het belang van inwoners te zijn en alles in het werk te stellen op een zorgvuldige wijze hun wettelijke taken vorm te geven. Helaas constateren wij dat het niet best gesteld is met de uitvoering van deze taken. 
 

Inleiding wettelijke rechten en plichten
Lokaal Belang heeft kennisgenomen van uw antwoorden 11 en 26 november inzake de zandkwestie, 2 december jl. inzake de aangifte wegens smaad en laster van het Actiecomité Voorthuizen windmolens NEE (de windkwestie) en 4 februari aangaande uw weigering tot beantwoording van vragen hierover. U stelt in de antwoorden onder andere dat ‘de zandkwestie’ zou zijn afgedaan en dat beantwoording van onze vragen naar uw mening geen toegevoegde waarde meer zouden hebben. Deze stellingen verbazen ons zeer. Wij vinden dat een eenzijdige benadering van de zandkwestie, ook tegen de achtergrond van alle ontstane politieke gevoeligheden. En die zijn op 13 november tijdens de gemeenteraadsvergadering niet weggenomen! Ook de behandeling van de ‘windkwestie’ in bijvoorbeeld de raadsvergadering van 11 december toont aan dat er nog tal van zaken onduidelijk zijn. Uw college kon opgelucht ademhalen toen een meerderheid van de raadsfracties u middels een motie ontsloeg van uw belofte tot juridische waarheidsvinding rondom de status van een structuurvisie en de gevolgen voor onze inwoners. Maar daarmee is het verhaal nog niet af. Integendeel.
 

  1. Voor de fractie van Lokaal Belang zijn er nog teveel open einden in de discussie. Niet alleen naar aanleiding van de raadsvergadering van 13 november jl., maar ook in de aanloop daar naartoe. Door uw reactie dat “de beantwoording van uw vragen naar onze mening geen toegevoegde waarde meer heeft”, geeft u uw eigen interpretatie/betekenis aan iets en gaat u op de stoel van de raad(sfractie) zitten. Dat vinden we een opmerkelijke gang van zaken! Uw college is kennelijk in opperste verwarring aangaande haar eigen taakopvatting en die van de gemeenteraad. Dat is geen goede zaak. 
     
  2. Ten tweede staat in de organisatieverordening van de gemeenteraad gemeente Barneveld artikel 42 beschreven dat een raadslid het recht heeft op het stellen van schriftelijke vragen met een politieke strekking aan het college (lid 1); deze vragen worden uiterlijk binnen 30 dagen beantwoord (lid 2). In de gemeentewet artikelen 155 en 169 wordt het recht voor raadsleden op het stellen van vragen beschreven alsmede de plicht van het college raadsleden van alle gewenste inlichtingen te voorzien. Ook de VNG bevestigt ons dat artikel 169 van de Gemeentewet de verantwoordingsplicht van het college en het daarmee samenhangende inlichtingenrecht van de raad en van individuele raadsleden regelt.
     
  3. Ten derde is het niet aan het college te bepalen of het zinvol of nodig is om vragen te beantwoorden. Ja, u mag er wat van vinden, natuurlijk, maar daarmee blijven de vragen wel overeind. Een dergelijke beperking van het recht om vragen te stellen (en beantwoording daarvan) vindt geen steun in de organisatieverordening en/of de wet.  Zie hiervoor ook het artikel in het Noord-Hollands Dagblad 3-7-18, waarin professor Wim Voermans (hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden) uitlegt wat het vragenrecht (inlichtingenrecht) van raadsleden inhoudt. De raadsleden bepalen het beleid en controleren het college. Raadsleden, ook zij die een minderheid vertegenwoordigen, kunnen te allen tijde vragen stellen; of een kwestie nu wel of niet is afgedaan naar de mening van het college. En het is ook niet aan het college om te bepalen of vragen een toegevoegde waarde hebben. Dat is aan de raadsleden, de politiek en de kiezers mogen daar uiteindelijk over oordelen. Voor de plicht van het college om vragen te beantwoorden bestaat slechts één uitzondering en dat is wanneer dit niet kan in verband met het openbaar belang. Maar volgens professor Voermans kan slechts in uitzonderlijke gevallen daarop een beroep worden gedaan. 


​Maar samenvattend, waarom zoveel tegenwerking om vragen niet te beantwoorden?  


Wij stellen de volgende vragen: 

A
Principiële vragen over niet beantwoorden van schriftelijke vragen

1. Waarom zoveel tegenwerking om vragen niet te beantwoorden?
2. a. Op basis waarvan acht u het als college gerechtvaardigd, met inachtneming van de gemeentewet en de organisatieverordening, de schriftelijke vragen van Lokaal Belang niet te beantwoorden?
b. Welk wettelijk kader ligt daaraan ten grondslag?
3. a. Waarom acht u het gerechtvaardigd ‘op de stoel van de raad’ te gaan zitten?  Op basis van welk wettelijk kader?
b. Waarom vindt u het legitiem om uw mening dan wel betekenis te geven aan onze vragen en de beantwoording daarvan? Op basis van welk wettelijk kader?
4. In het coalitieakkoord schrijft u nog woorden als ‘constructief samenwerken met de gehele gemeenteraad, verantwoordelijken en eigenaarschap en op een respectvolle manier omgaan met anderen’. Hoe kwalificeert u uw eigen handelwijze ten aanzien van uw houding naar Lokaal Belang en onze schriftelijke politieke en technische vragen?  
5. Hoe kwalificeert u uw handelwijze in het licht van transparant, betrouwbaar en zorgvuldig bestuur richting de samenleving van de gemeente Barneveld en haar inwoners?  
6. Bent u van mening dat u de gemeente Barneveld op een transparante, betrouwbare en zorgvuldige manier bestuurt? Zo ja, waar blijkt dat uit?  

B
Vragen over beantwoording ‘zandkwestie’ (11 en 26 november 2019 van vragen o.a. 31 oktober 2019)
Los van bovenstaande vallen nog een aantal andere zaken in het bijzonder op. U stelt dat onze vragen 1 t/m 8 gaan over de inhoud van vertrouwelijke gesprekken met een oud-wethouder.  En dat u deze vragen vanwege vertrouwelijkheid niet kunt beantwoorden. Zoals u kunt lezen vragen wij nadrukkelijk naar een motivering en toelichting voor uw keuzes; vragen over het proces dus, en niet over inhoud. Lokaal Belang is van mening dat uw argument om onze vragen niet te beantwoorden, geen stand houdt. Het zijn vooral ‘waarom’ vragen. De vragen 1 t/m 5 zijn zeker geen inhoudelijke vragen over vertrouwelijke gesprekken, maar over uw eigen handelwijze in deze kwestie. Vragen 6 en 8 zijn overigens ook niet te kwalificeren als vertrouwelijk. Er wordt gevraagd naar uw mening over de gang van zaken, niet over de inhoud van de gesprekken zelf. 

Taskforceverslagen (31 oktober 2019, vraag 16)  
Al sinds juli 2018 doen wij u herhaalde verzoeken om de Taskforceverslagen (en later ook de stuurgroepverslagen) zonder zwartmakingen (minus namen van ambtenaren) te ontvangen. Op 5 september 2019 stelde wij daar opnieuw schriftelijke vragen over.  Wij zijn van mening dat uw argument om deze verslagen niet als zodanig te verstrekken (bescherming van persoonlijke beleidsopvattingen) niet steekhoudend genoeg is. Geen een ambtenaar hoeft zich beperkt te voelen.  De ambtenaar handelt als professional en geniet daarbij sterke arbeidsrechtelijke bescherming. Het politieke bestuur draagt verantwoordelijkheid en is aanspreekbaar op al het handelen en nalaten binnen de organisatie. Niet de ambtenaar. Dat het college enige vertrouwelijkheid en ruimte wil bij de voorbereiding van besluiten kunnen wij overigens, zoals eerder al gesteld, best begrijpen, anders wordt het wel heel lastig besturen.  Maar ten tijde van crisis, weet men dat er met alles wat vastgesteld is, voor de draad gekomen moet worden. Daarnaast gebruikt u een oneigenlijk argument wat toegerekend wordt aan de uitzonderingsgronden op de Wet Openbaarheid van Bestuur artikel 10 lid 1d (inbreuk op de persoonlijke levenssfeer) en 2e (de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer) om de door ons gevraagde gegevens (op basis van artikel 169 van de gemeentewet; het recht op inlichtingen), niet te verstrekken. U gebruikt dus twee verschillende wetten door elkaar wat te kwalificeren is als ‘selectief shoppen in wetsartikelen’. 

Werkwijze College (31 oktober vraag 13, 14 en 18 t/m 20)
De vragen zijn algemeen van aard en niet gekoppeld aan de zandkwestie. Deze vragen gaan over uw werkwijze in algemene zin als het gaat om ‘overdracht’ van een oud naar nieuw college. Uw argument dat deze vragen niet beantwoord kunnen worden aangezien de ‘zandkwestie is afgedaan’, is derhalve niet steekhoudend en dus niet acceptabel. 
7. Waarom geeft u geen inhoudelijk antwoord op vragen die gaan over uw mening over de gang van zaken en de motivering voor uw keuzes? Dit zijn tenslotte geen inhoudelijke vragen.
8. Bent u bereid om uw standpunten te heroverwegen en alsnog uitvoering te geven aan de inhoudelijke beantwoording van onze schriftelijke vragen van 31 oktober 2019? Zo nee, dan willen we dat graag per vraag beargumenteerd zien op basis van een wettelijk kader. 

C
Vragen over beantwoording ‘windkwestie’ (2 december 2019 van vragen 12 november 2019)
In uw weigering op 2 december jl. om deze vragen van Lokaal Belang en de VVD te beantwoorden stelt u dat de reden hiervoor is gelegen in uw beslissing om in gesprek met het Actiecomité te trachten de relatie met hen te herstellen. Hiermee gaat u er echter aan voorbij dat wij als politieke partij en volksvertegenwoordigers een eigen verantwoordelijkheid hebben jegens alle inwoners van de gemeente Barneveld en recht hebben op het beantwoorden van onze vragen. Onze vragen dienen het algemeen belang en hebben niet enkel betrekking op één bepaalde groep.  

Wij wijzen u er ook op dat uit de vragen zelf, zie bijvoorbeeld vraag 4 tot en met 6, blijkt dat deze een bredere algemenere strekking hebben dan alleen te informeren naar het incident dat aanleiding heeft gegeven tot de vragen. Het artikel in de Barneveldse Krant van 12 november heeft bij ons - kort samengevat - o.a. de algemene vraag opgeroepen of dit college wel democratisch en zorgvuldig omgaat met actie voerende inwoners die een mening uiten die haaks staat op de mening of het beleid van het college. Verder hebben wij de vragen ook gesteld omdat wij een inhoudelijke reactie willen van het college op het relaas van het Actiecomité rond de door het college gestelde beschuldiging van bedreiging. Het college is tot nu toe zo vaag in haar reactie geweest dat zelfs niet duidelijk is of de gemeente nu wel of niet stelt dat er sprake is geweest van bedreiging en op grond waarvan. Wij willen kunnen beoordelen of het terecht is dat het college een bestuurslid van het Actiecomité labelt als ‘bedreiger’ en om die reden niet meer met hem in gesprek gaat. In de memo van het college van 22 november jl. worden onze vragen niet beantwoord. 

De door u genoemde - niet valide - reden om onze vragen niet te beantwoorden is overigens ook niet (meer) aanwezig. Immers, u hebt de ‘samenwerking’ met het Actiecomité beëindigd door in de raadsvergadering van  11 december jl. mee te delen dat u vanwege een aangenomen motie uw toezegging van 9 oktober jl. aan Lokaal Belang en de VVD niet zult nakomen. En eerder lazen wij al in de Barneveldse Krant 3 december, dat de door u gestelde voorwaarde voor het herstellen van de ‘relatie’ met het Actiecomité, namelijk dat zij afstand moeten nemen van één van hun bestuursleden, voor het actiecomité onacceptabel is. 
9. Is het college alsnog bereid om de vragen van Lokaal Belang en de VVD, gesteld op 12 november jl., inhoudelijk te beantwoorden? Zo ja, dan dient u - voor zover nodig - de schriftelijke vragen 12 november hier als herhaald te beschouwen.
10. Zo nee, op grond van welke wettelijke regeling, verordening e.d. weigert u de beantwoording van de vragen? Wij verzoeken u dit per gestelde vraag te motiveren.

Afsluiting
Democratie is een groot goed. Een transparant en integer bestuur is in het licht hiervan, van het grootste belang voor de inwoners. Met recht een fundamentele kwestie te noemen. De wettelijke rechten, plichten en taken van de betrokkenen in het democratisch proces zijn gelukkig vastgelegd in de Gemeentewet en de Organisatieverordening. Een helder kader waarbinnen de democratische interactie tussen gemeenteraad en het college van Burgemeester en Wethouders dient plaats te vinden. Ook in de gemeente Barneveld.
Dat u zich bij herhaling buiten de wettelijke, democratische en respectvolle kaders begeeft, is zowel voor inwoners als de gemeenteraad en het aanzien van het lokale bestuur, een uiterst betreurenswaardige zaak. 

Namens de fractie van Lokaal Belang, 
 
Mw. M. Pluimers-Foeken, fractievoorzitter  
Dhr. J.W.  van den Born
Mw. G. Lenters
Mw. M. Blankenburgh- In ’t Anker 

8 februari 2020

Artikel Prof. Voermans https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20180924_62405042/kritiek-op-beperken-vraagrecht-raadsledenbloemendaal?utm_source=google&utm_medium=organic