Gemeente Barneveld

 Politieke partij

Schriftelijke vragen aangaande waarheidsvinding en controle in het dossier 'zand'


Geacht College, 

Op basis van de organisatieverordening van de gemeenteraad artikel 42, stelt de fractie van Lokaal Belang schriftelijke vragen aangaande waarheidsvinding en controle in het dossier ‘zand’. 
 
Onze fractie hecht grote waarde aan waarheidsvinding. Oftewel, controle van het proces en inhoud in deze kwestie. Onze wettelijke taak. Een goed functionerend, transparant en betrouwbaar lokaal bestuur is in het grootse belang van onze inwoners. Waarheidsvinding en controle op de handelwijze van het college (het dagelijks lokaal bestuur), is daarom zeer belangrijk en ook onze wettelijke verplichting. Dat is waarvoor wij het altijd doen en ook altijd zullen blijven doen. 
 
Memo en bijlagen
Lokaal Belang heeft met verbijstering kennisgenomen van de memo, en 3 daarbij gevoegde niet-openbare bijlagen, van het college van vandaag, 31 oktober 2019 aangaande de kwestie De Kruijf/Van Dijk vs. van den Hengel en van het persgesprek over dit onderwerp op dezelfde dag. We kunnen en mogen niet citeren uit de bijlagen, vanwege het niet-openbare karakter, maar de bijlagen zijn van een ander, alsmede verhelderend, kernmerk dan uw college schetst in het - wel - openbare memo. 

Dat zijn meteen onze eerste vragen:
1. Waarom heeft uw college niet gekozen voor maximale helderheid? Uw memo en – niet-openbare bijlagen- zijn voor tweeërlei uitleg vatbaar.  
2. Kan uw college uitleggen waarom voor deze moeilijke weg is gekozen, behoudens de gedachte ‘dat wij de heer Van den Hengel als persoon graag willen beschermen? Dat kan een nobele invalshoek zijn, maar het - officiële - memo volgend treft het college geen enkele blaam en blijft er een nietsvermoedende en verdachte oud-wethouder over?  
3. Is deze werkwijze ook onderdeel van ‘collegiaal bestuur’? 

Met plaatsvervangende schaamte heeft Lokaal Belang de verrichtingen van dit college gevolgd waar zij op zoek zijn gegaan naar oplossingen voor het probleem dat zij zelf hebben veroorzaakt. Het ‘issue van de waarheid’. Wij vragen ons inmiddels af in welk parallel universum dit college verkeert waarbij waarheidsvinding niet mogelijk lijkt te zijn. Wederom bestempelt dit college, zoals gesteld, cruciale informatie in deze kwestie als ‘niet-openbaar’. Het ‘hele’ verhaal en transparantie, dat is wat de gemeenteraad en de inwoners van de gemeenteraad willen en ook verdienen. Halve verhalen, halve informatie, wat is hiervan de bedoeling? Is dit een afrekeningsactie richting de heer van den Hengel door hem in een bepaald daglicht te stellen? Wat zijn uw motieven om zo te handelen?

Vragen:
4. Daarom nogmaals: Op basis waarvan acht het college het nodig om de bijlagen bij de memo van 31 oktober te kwalificeren als niet-openbaar? Dit mede gezien het feit dat u er zelf en actief voor kiest de openbaarheid te zoeken over de kwestie en waarbij verdere persoonlijke beschadigingen zeer tot de mogelijkheden behoren.
5. Op welke wijze denkt dit college, in het licht van vraag 1, bij te dragen aan transparantie en duidelijkheid, iets waarvan uw college zegt dat zo belangrijk te vinden?
6. Vindt het college dat zij zich maximaal heeft ingespannen om tot een eerlijke en gezamenlijke verklaring met de heer van den Hengel te komen? Waar blijkt dat uit? 
7. Is de heer van den Hengel op enigerlei wijze onder druk gezet om te komen tot een gezamenlijke verklaring?
8. En vindt uw college het niet terecht dat in uw memo op zijn minst ook de reactie van de oudwethouder wordt weergegeven?  Zo ja, waarom heeft u die dan niet gevraagd en toegevoegd? Zo nee, waarom niet?

Informatie over de zandkwestie
De cruciale vraag blijkt elke keer opnieuw ‘Wanneer is het college voor het eerst op de hoogte geraakt over de ‘zandkwestie’? De kwestie ‘De Kruijf/Van Dijk vs. van den Hengel’, die in de openbaarheid geraakt is tijdens de commissievergadering van 30 september jl., is daar het meest recente voorbeeld van. 
 
In uw memo van vandaag, 31 oktober, schrijft u: “Tijdens de commissievergadering (van 30 september 2019) zijn er indringende vragen gesteld aan het college over de gang van zaken in december 2017 en wie er toen op de hoogte was gesteld door oudgedeputeerde Bieze. Het college heeft daarop verklaard dat dit de heer van den Hengel was”  Verder op: "Eind december 2017 heeft oud-gedeputeerde Bieze oud-wethouder Van den Hengel informeel geïnformeerd en heeft daarbij aangegeven dat een nadere memo hierover afgewacht kon worden.” 
 
Dit onderschreef u eerder in uw memo’s van 9 november en 5 december 2018: “De resultaten van het onderzoek en de aanvullende risicoanalyse van de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) zijn eind november 2017 voorgelegd aan gedeputeerde Bieze. Gedeputeerde Bieze heeft ons in december 2017 informeel geïnformeerd over deze kwestie en daarbij aangegeven dat er nauwelijks risico’s zijn voor de volksgezondheid. Daarnaast is aangegeven dat er een memo over deze kwestie zou volgen en dat deze memo afgewacht kon worden.” 
 
Interessant in deze kwestie is wellicht niet eens zo zeer wie er geïnformeerd is eind december 2017. Reeds eerder heeft Lokaal Belang in schriftelijke vragen verwezen naar de datum van 28 november 2017; een maand eerder. U heeft dit in uw eerdere beantwoording aan ons nooit betwist als informatiedatum aan uw college. Oud-gedeputeerde Bieze heeft namelijk in de Statenvergadering van 14 november 2018 gesteld dat de Provincie de aanbevelingen uit het DAT-rapport ter harte heeft genomen en dat zij de Omgevingsdienst direct de opdracht heeft gegeven tot nader onderzoek. Het rapport daarvan verscheen op 28 november 2017. Daaruit bleek dat de grond niet gevaarlijk zou zijn voor de volksgezondheid. Bieze heeft dit toen direct aan ‘de bestuurder van de gemeente Barneveld’ laten weten. Gelukkig hebben wij de hand weten te leggen op de ‘Mededelingenbrief’ aan de Provinciale Staten van 6 november 2018, waar klip en klaar op pagina 3 vermeld staat: “Een van de aanbevelingen uit het DAT-rapport is het uitvoeren van nader onderzoek naar de kwaliteit van de toegepaste partij grond in de gemeente Barneveld door een bodemspecialist van de Omgevingsdienst Regio Arnhem (Odra). De datum van het rapport is 28 november 2017. De bestuurder van de gemeente Barneveld is hierna direct geïnformeerd over de resultaten van het nader onderzoek.” 

Vragen:
9. Welke bestuurder is er ‘direct’ op of om en nabij 28 november 2017 door gedeputeerde Bieze geïnformeerd (Dan wel door iemand namens haar, of in opdracht van haar, of in overleg met haar)?
Is dat Burgemeester Van Dijk? Wethouder De Kruijf? Iemand anders?
Op welke wijze heeft dit informeren plaatsgevonden? Is dat ergens vastgelegd?  
Zo ja, dan ontvangen wij dit graag. Zo nee, waarom niet?
10. Aangezien gedeputeerde Bieze op datzelfde moment ook het OM heeft geïnformeerd en de Burgemeester op regelmatige basis overleg heeft met het OM (‘De Driehoek’) rijst de vraag of de informatie over de zandkwestie wellicht via het OM bij het college terecht is gekomen. Is dat zo?  
11. Waarom heeft uw college steeds gesproken over het ‘eind december 2017 geïnformeerd zijn’ door gedeputeerde Bieze terwijl dit duidelijk een maand eerder moet zijn geweest?  In het rapport Eenhoorn is er ook steeds sprake van december 2017.
12. U stelt dat u voor het eerst op 20 maart 2018 geïnformeerd bent. Wie stelt, bewijst. Graag uw bewijzen dat dit moment ‘de eerste keer’ was te meer omdat uit andere documenten (mededelingenbrief van  6 november 2018) en uitspraken Gedeputeerde Bieze ( PS vergadering van 14 november 2018) het tegendeel blijkt.
13. Bent u met ons van mening dat het niet ter zake doet wanneer en waar u geïnformeerd bent; formeel dan wel informeel?  
Tenslotte, als een of meerdere collegeleden worden geïnformeerd, op welk willekeurig moment van een dag dan ook, waar ook aanwezig, dat te bestempelen is als informatie en bent u te allen tijde, verantwoordelijk als bestuurder.
14. Indien vraag 8 met ‘ja’ wordt beantwoord: Bent u het met ons eens dat als informatie niet in formele verslagen als collegeverslagen terug te vinden is, dat nog niet betekent dat een situatie zich niet heeft voorgedaan?  
15. Wat is de reden dat u zo sterk vast houdt aan het moment van ‘formeel’ informeren van het college?  

Taskforceverslagen en stuurgroepverslagen
Reeds op 1 juli 2019, dus ruim 4 maanden geleden, vroeg onze fractie de ‘taskforceverslagen’ in dit dossier op. Tot op heden heeft onze fractie deze nog steeds niet ontvangen. Kortheidshalve verwijzen wij naar onze schriftelijke vragen hierover op 5 september 2019, reeds 2 maanden geleden.  
Op 2 oktober vroegen wij, in het kader van de ontstane kwestie tussen wethouder De Kruijf/ Burgemeester Van Dijk en oud-wethouder de heer Van den Hengel, per ommegaande de stuurgroepverslagen van De Burgt in dit dossier op. Ook al weer een maand geleden. Tot op heden hebben wij deze verslagen nog niet ontvangen.
Het geduld van Lokaal Belang in het dossier ‘zand’ is op. Uw college overschrijdt, helaas vaker, de afgesproken beantwoordingstermijn van schriftelijke vragen en gebruikt daarbij niet steekhoudende en oneigenlijke argumenten die wij eerder als ‘ontduiking’ kwalificeren. Een ontwikkeling die wij betreuren. Heeft u misschien iets te verbergen? Of zijn er verslagen zoekgeraakt? 

Vragen:
16. Wij wensen uiterlijk 7 november a.s. antwoord op onze schriftelijke vragen van 5 september jl. met daarbij tevens de taskforceverslagen (zonder zwartgemaakte teksten, m.u.v. persoonsgegevens), alsmede de genoemde stuurgroepverslagen. Indien u op dit verzoek niet wilt ingaan, ontvangen we graag per omgaande waarom niet? Anders gesteld: welke dringende redenen zijn er nu nog om onze vragen en verzoeken te negeren? 

Collegiaal bestuur:
In de raad van 3 oktober dienden wij, samen met de VVD, een motie voor een raadsenquête in. Wij achtten dit van groot belang om de waarheid in de kwestie De Kruijf/Van Dijk vs. Van den Hengel boven tafel te krijgen.  
Helaas heeft deze motie het niet gehaald, aangezien andere partijen dat niet nodig vonden, ook omdat dit teveel ‘tijd’ zou kosten. Deze kwestie hangt nu al een maand ‘boven de markt’ en wij worden veelvuldig door inwoners benaderd hoe het nu eigenlijk zit en wie wel en wie niet de waarheid heeft gesproken. Volkomen terecht overigens van geïnteresseerde en betrokken burgers, wij zijn tenslotte volksvertegenwoordigers.  
Een onderdeel dat in dit proces van waarheidsvinding nog niet aan de orde is gekomen is het zogeheten ‘collegiaal bestuur’. In de communicatie en uitingen in vergaderingen en de media, is er door u gesproken over dat “het college te allen tijde verantwoording verschuldigd is aan de gemeenteraad. Ook de heer Van den Hengel heeft daar het een en ander over gezegd. Deze bestuurscrisis betreft deels het vorige college en het huidige college. Wellicht biedt een nadere blik op de organisatie van dit ‘collegiale bestuur’ duidelijkheid.

Vragen:
17. Op welke wijze is er vormgegeven aan ‘de overdracht’ tussen het oude en nieuwe college inzake het dossier ‘zand’?
18. Worden er in het algemeen bij een overdracht afspraken gemaakt over lopende- en/of aanstaande dossiers? En hoe daarover te communiceren in voorkomende situaties?  
19. Op welke wijze wordt de overdracht en eventuele afspraken vastgelegd, dan wel bevestigd?
20. Op welke wijze wordt er met deze afspraken omgegaan? Oftewel, welke juridische status hebben deze afspraken? Specifieker: is jurisprudentie zowel van toepassing op het oude als het nieuwe college?  
21. Zijn er in de overdracht medio voorjaar 2018, al dan niet concrete, afspraken gemaakt betreffende de ‘zandkwestie’?  
Zo ja, welke dan?
Zo nee, waarom niet?  
En zijn, of waren, de coalitiepartijen op de hoogte van de inhoud van de ‘overdracht’? 

Vriendelijke groeten, 
 
Namens de fractie van Lokaal Belang, 
Mijntje Pluimers
Fractievoorzitter 
 

Bijlage: Mededelingenbrief 6 november 2018 van Provincie aan Provinciale Staten

Artikel Barneveldse Krant 4-11-2019: ‘Openbaar geheime bijlagen over ‘college-rel’