Gemeente Barneveld

 Politieke partij

Schriftelijke vragen proces windenergie d.d. 25 mei


Geacht College, 
 
Op basis van de organisatieverordening van de gemeenteraad artikel 42, stelt de fractie van Lokaal Belang schriftelijke vragen aangaande (het proces van) windenergie in de gemeente Barneveld. 
 
Inleiding  
Lokaal Belang vindt dat windturbines industriële inrichtingen zijn en het kostbare landschap en de natuur verpesten, slecht zijn voor het welzijn van mens en dier en op allerlei manieren overlast veroorzaken. Het is heel naar te moeten kunnen constateren dat het ‘duurzaamheidsdenken’, waar wij overigens voorstander van zijn, doorgeslagen is in maatregelen in die juist slecht zijn voor onze samenleving. Wij als volksvertegenwoordigers behoren op te komen voor onze inwoners en de samenleving als geheel. Lokaal Belang zal zich daarom blijven inzetten om het plaatsen van windturbines in onze gehele gemeente te voorkomen, ook op de Harselaar en zich inspannen voor de realisatie van alternatieve bronnen van duurzame energie, zoals bijvoorbeeld voorgesteld in onze alternatieve energiemix 2.0 van maart 2020. 
 
Anders dan in vele andere landen, zoals Duitsland, bestaan in Nederland geen regels die een minimale afstand tussen woningen en windturbines voorschrijven. Er zijn wel twee geluidsnormen 47dB Lden (het gemiddelde voor dag, avond en nacht) en 41dB Lnight (het gemiddelde voor de nacht). Dit zijn echter boterzachte normen omdat het om jaargemiddelden gaat. Deze normen maken het mogelijk dat het ontbreken van windmolengeluid in windstille weken wordt gecompenseerd met het veel hardere geluid in weken dat het veel waait. Ofwel, de ene nacht kunnen omwonenden van de herrie niet slapen en de andere nacht wel. Het niet goed kunnen slapen is meestal één van de eerste dingen waar omwonenden problemen mee krijgen. Lokaal Belang vindt dat deze en andere klachten van omwonenden bij al gerealiseerde windturbines veel serieuzer moeten worden genomen. 

Eerdere vragen en conclusies
Op 28 februari jl. hebben wij, n.a.v. de MER (Milieueffectrapport structuurvisie windenergie in Barneveld; ingekomen stuk B-3.26b bij de raadsagenda van 5 februari 2020), schriftelijke vragen gesteld, die tot op heden niet zijn beantwoord. Volgens de organisatieverordening van de gemeenteraad dient beantwoording van dergelijke vragen binnen 30 dagen plaats te vinden. Het is inmiddels 3 maanden later.
Uit deze oorverdovende stilte moeten wij wel concluderen dat de zorgen die tot onze vragen van 28 februari hebben geleid, door u niet weggenomen kunnen worden dan wel op juiste veronderstellingen zijn gebaseerd; namelijk:

  • Dat de in de MER gehanteerde afstand van 400 meter tot woningen:
    - in strijd is met het uitgangspunt van 4x de as-hoogte windturbines (bijv. 600 meter bij een ashoogte van 150 meter) opgenomen in de door de raad vastgestelde Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) en
    - ook in strijd is met de toezeggingen van het college in reactie op schriftelijke en mondelinge vragen van Lokaal Belang om minimaal een afstand van 4 x de as-hoogte aan te houden.  
  • Dat u, in tegenstelling tot een eerdere toezegging dit niet te doen, opnieuw de indruk wekt dat in het relatief dicht bevolkte buitengebied de afstand tussen woningen en windturbines kleiner mag zijn dan t.o.v. woningen in de kernen. Dit betekent dat u de 35.000 burgers in het buitengebied dus discrimineert t.o.v. burgers die in de kernen wonen.
  • Dat de invloed van geluid en slagschaduw op woningbouwontwikkelingen in Barneveld-Noord en Voorthuizen-Zuid (voorheen ‘Zeumeren’ genoemd, nu ‘Harselaar’) en de gevolgen voor het landschap niet zijn verkend in de MER.
  • Dat u niet met onafhankelijke onderzoeken kunt onderbouwen dat de geluidsbelasting op de gevels van woningen beneden de wettelijke normen van 47dB Lden en 41dB Lnight blijft als er een minimale afstand van 400 meter tussen windturbines en woningen wordt aangehouden. 
  • Dat u zelfs geen poging doet om te toetsen aan de wettelijke norm voor windturbinegeluid in de nachtelijke uren (41dBnight), terwijl een goede nachtrust heel erg belangrijk is.
  • Dat de door u in de MER geïntroduceerde nieuwe afstandsregel van 400 meter willekeurig is en/of is gebaseerd op de verkoopverhalen van de, economisch belanghebbende, fabrikanten en exploitanten van windturbines.


Vervolg vragen n.a.v. het advies van de landelijke commissie MER d.d. 2 april jl.
In het conceptadvies van de commissie MER (pg. 1 regel 40) lezen wij: “… dat voor de latere besluitvorming over de structuurvisie belangrijke milieu-informatie nodig is die nu nog ontbreekt in het MER” en (noot 5)  “De vraag of de milieu-informatie ook voor dit vervolgtraject (bedoeld wordt de besluitvorming over de structuurvisie) compleet is, is geen onderdeel van bovenstaand oordeel.” 

  1. Uit deze passages maken wij op dat het in opdracht van de gemeente uitgevoerde MER onderzoek en het MER rapport, dus niet ter onderbouwing kan dienen van de door de gemeenteraad te maken keuzes in het kader van de volgend jaar vast te stellen structuurvisie windenergie.  
    a. Is dit juist?  
    b. Zo nee, dan verzoeken wij u om uw antwoord te motiveren. 
  2. Zo ja, dan hebben wij de volgende vraag: Op 13 december 2017 (en met een vervolg op 30 januari 2019) heeft de gemeenteraad middels de NRD besloten dat er een MER onderzoek moest worden uitgevoerd teneinde de raad in staat te stellen om de locaties te kunnen bepalen waar eventueel windturbines kunnen worden geplaatst. “Tijdens het onderzoek (MER) worden vervolgens alle relevante milieuaspecten onderzocht en gewogen, zodat dit een belangrijke inbreng is om tot een zorgvuldige locatiekeuze te komen.”
    a. Hoe kan het nu zijn dat het resultaat van dit onderzoek niet geschikt is voor dat doel?  
    b. Komt dit door een gebrekkige kwaliteit van - en/of lacunes in het onderzoek?  Zo nee, waardoor komt dit dan?  
    c. Is dat niet zonde van al het geld dat er al in gestoken is (120.000 euro)? 
  3. Gelet op regels 20 tot en met 24 op pg. 1 en de eerste 15 regels op pg. 2, begrijpen wij dat de commissie MER het uitgevoerde onderzoek en rapport ziet als een poging van het college om haar eigen ‘Voorkeursalternatief’ te onderbouwen.
    a. Is dit gebeurd op verzoek van het college? Zo ja, dan is dit toch in strijd met het besluit van de raad d.d. 30 januari 2019?  
    Graag uw antwoord motiveren.
    b. En betekent dit dat er nog een tweede MER komt die wel voldoende kwaliteit en diepgang heeft (zie ook vraag 22) om te kunnen fungeren als onderbouwing van de t.z.t. door de raad te nemen zorgvuldige beslissing over de structuurvisie windenergie? 
  4. De commissie MER is in haar conceptadvies behoorlijk kritisch over de kwaliteit van het MER windenergie in de gemeente Barneveld. Op 18 mei heeft het college een gesprek gehad met de landelijke commissie MER over dit conceptadvies.  
    a. Wat was het doel van dit gesprek? Had het college bijvoorbeeld een nadere toelichting nodig? Of wilde het college de commissie MER nader informeren en bewegen het conceptadvies aan te passen?  
    b. Wanneer kunnen wij als raad het verslag van dit MER-overleg tegemoet zien?
    c. Welk gevolg geeft u aan dit gesprek? 


Vriendelijke groeten, 
 
Mijntje Pluimers
Gonda Lenters