Gemeente Barneveld

 Politieke partij

Spreektekst Interpellatiedebat 12 december 2018


Dank u voorzitter,
Inwoners moeten er op kunnen rekenen dat een college zich proactief, daadkrachtig, en informatief sterk opstelt. De inwoners moeten er op kunnen rekenen dat het lokale bestuur zorgdraagt voor de volksgezondheid en veiligheid. Een deel van onze inwoners verkeren in onzekerheid en die duurt eigenlijk al veel te lang. De goede naam van de wijk is weg, ook al blijkt het straks wellicht mee te vallen. Daarnaast is het college verplicht ons als raad, het hoogste bestuurlijke orgaan, ten minste actief te informeren. Lokaal Belang is van mening dat er op een aantal essentiële punten ernstige zorgen zijn met betrekking tot het adequaat en daadkrachtig functioneren van dit college.

Laat ik helder zijn voorzitter: Wij moeten ons er goed van bewust zijn dat het er in dit debat niet om gaat of de grond schoon of vuil is, daar lopen onderzoeken naar. Het gaat ook niet om Vink, daar is het OM voor. Het gaat om het functioneren van het college.

Voorzitter, 3 punten:

1.    Actieve informatieplicht en daadkrachtig optreden
De wethouder erkende in het debat op 9 november al dat het college niet goed voldaan heeft aan haar actieve informatieplicht aan de raad. U weet allen dat dit een politieke doodzonde is. Deze erkenning en belofte tot beterschap leken op dat moment voldoende. Dat zien wij inmiddels anders.

  • Het is heel raar dat het college meerdere malen het DAT-rapport niet proactief heeft opgevraagd, iets wat vanzelfsprekend is en ook een bestuurlijke plicht in het kader van de volksgezondheid. In antwoorden wordt gesteld dat na de ODRA memo van 16 april, men na eigen onderzoek het rapport op 16 oktober in handen kreeg. Voorzitter, dat is 6 maanden later…
     
  • Het college stelt ook dat ze het DAT-rapport niet mocht hebben omdat de gemeente zelf betrokkene zou zijn als toepasser van het zand. Het DAT- rapport is er nu wel. Is het college nu ineens geen betrokkene meer in deze kwestie? Dat valt te betwijfelen. Het externe onderzoek naar de handelswijze van de gemeente zelf, is daar het bewijs van. Dit lijkt dus een gelegenheidsargument te zijn om gebrek kennis van dit DAT-rapport weg te schuiven. Overigens kende Vink het DAT rapport al vanaf het begin.
     
  • Datzelfde geldt voor het argument van het OM. Het OM kan de actieve informatieplicht van het college naar de gemeenteraad niet verhinderen. Deze opmerking heb ik op 9 november al gemaakt en hebben wij breed juridisch getoetst. Dus bevreemdt het dat het college in haar communicatie het OM wéér als argument gebruikt om de raad niet eerder actief te informeren. Voorzitter, dit wekt irritatie.
     
  • En er is nog een rapport; Het rapport ‘Risicoanalyse keten verontreinigde grond’ van 8 december 2016. In de titel zelfs met grote letters: ‘Belangrijk rapport’. Ook dit rapport is helder over de risico’s op o.a. grondmengingen, fraude en onjuist saneren. Daarnaast zijn er vele kritische vragen over grondtoepassingen in o.a. onze gemeente. De provincie en het college stellen dat relevante informatie gedeeld wordt. Als je dit rapport onder ogen krijgt, dan behoor je als college zeer alert te zijn op elk signaal m.b.t. Vink. Het DAT-onderzoek wordt hier zelfs ook aangekondigd! Het is logisch er van uit te gaan dat het college al 2 jaar op de hoogte is van de totstandkoming en het bestaan van het DAT-rapport. Voorzitter, 2 jaar en deze gemeenteraad is pas op 2 november jl. geïnformeerd.
     
  • Er zijn terecht veel vragen gesteld. Voorzitter, dan heeft het college al erkend fout te zitten in hun actieve informatieplicht naar de raad; dan zou je toch verwachten dat het college er alles aan doet de raad nu wél actief te informeren en heldere antwoorden te geven? Wij vinden de beantwoording op meerdere vragen ontwijkend, ontoereikend en tegenstrijdig.
    De belofte tot beterschap wordt hier maar ten dele waargemaakt. En zoals u zult begrijpen, wekt dit ergernis.
     
  • De provincie meldt het college dat er nauwelijks gezondheidsrisico’s zouden zijn. Het is dan wel opmerkelijk dat de ODRA het wél nodig vond om vanaf augustus 2017 tot maart 2018, een half jaar dus, gespecialiseerd onderzoek te doen naar mogelijke gezondheidsrisico’s. Kennelijk vond de ODRA de kwestie wél serieus genoeg.
    Waarom heeft het college kennelijk, niet kunnen of willen inschatten hoe ernstig deze kwestie is? Waarom heeft het college niet daadkrachtig opgetreden? Waarom duurt het in Barneveld zo lang?
     

2.    Communicatie

  • Onlangs bleek dat de GGD en de Omgevingsdienst de stelligheid van het college dat er geen risico’s zijn voor de volksgezondheid, in twijfel trekken. Risico’s konden niet worden uitgesloten. ‘De gemeente wil het niet begrijpen’ zegt de directeur van de Omgevingsdienst. Voorzitter, dit is onbegrijpelijk en een enorme inschattingsfout van het college.
    Hoe is het toch mogelijk dat het college deze stellige uitspraken doet? Deze stelligheid heeft nu precies een averechts effect.
    Niet alleen het college, maar ook onze burgemeester deed deze stellige uitspraken in diverse media. Het moet ons van het hart dat terughoudendheid m.b.t. het aspect van de volksgezondheid hem gesierd had.
     
  • Daarnaast kwam op maandag 3 december een memo van Certicon en Zembla boven, waarbij door Certicon wordt gezegd dat er misschien mogelijk toch fouten zijn gemaakt. Dit is natuurlijk merkwaardig aangezien dat eerder meerdere malen werd ontkend. Het college bouwt hier echter wel op.
    De vraag is dus: Is de communicatie tussen het college, de GGD en de Omgevingsdienst, ook m.b.t. Certicon, wel op orde?
     
  • In het Statendebat van 14 november geeft de gedeputeerde aan dat het DAT-rapport op 10 september al op de website van de provincie stond. De provincie en het college stellen ook nog dat relevante informatie met betrokkenen gedeeld wordt. Dan is het ongeloofwaardig als het college zegt dat ze pas op 16 oktober kennis hadden van het DAT- rapport.
    Zeker omdat het college óók nog stelt dat er gewacht werd met het naar buiten treden totdat het OM goedkeuring zou geven. Die goedkeuring kwam op 24 oktober. Dat is niet te rijmen met de openbare publicatie van het DAT-rapport op 10 september.
    Oftewel, is de communicatie tussen het college en de provincie wel op orde? Inwoners, raads- en statenleden moeten daar op kunnen rékenen.
     

3.    Verantwoordelijkheid, kennis en zicht op gronden

  • Tot slot; Daags na de inwonersbijeenkomst en extra raadsvergadering, bleek er toch grond in tuinen van inwoners te liggen, terwijl dat eerder ontkend werd. Dat geeft terecht zorgen en irritatie. Inwoners en de raad willen er op kunnen rekenen dat het college adequaat om gaat met meldingen, toezicht en handhaving m.b.t. grondgebruik. Gedeputeerde Bieze gaf dat zeer helder aan: ‘Vanaf het verlaten van de grond van de grondbank, oftewel het gebruik van de grond, is het college het bevoegd gezag en aansprakelijk’ Er ligt grond die er niet had mogen liggen, voorzitter.
     
  • De vraag is niet of het college het had kùnnen weten, de situatie is dat het college het had móeten weten. Dat is hun bestuurlijke verantwoordelijkheid. Zij behoren proactief aan de slag te zijn in het belang van inwoners; zij behoren de raad actief te betrekken en te informeren over belangrijke kwesties en zij behoren de samenwerking met die instanties die er toe doen, op orde te hebben.


Hoe serieus neemt dit college de raad eigenlijk? En hoe serieus neemt dit college de volksgezondheid van haar eigen inwoners? U begrijpt dat ons vertrouwen over de beleidskeuzes en handelswijze een flinke knauw heeft gekregen. Over dit alles hebben wij een slecht gevoel en horen graag een antwoord van de twee verantwoordelijke wethouders, in de eerste plaats dhr. de Kruijf en ten tweede dhr. van Daalen.

Dank u wel.

 

Spreektekst 2e termijn:

In de grondwet zijn de taken van de gemeenteraad verankerd. En een van die taken is de controlerende taak. Wij allen, oppositie en óók coalitie, controleren of het college haar taken goed uitgevoerd heeft.

Wij vinden dat het college de duidelijkheid, helderheid en de verantwoordelijkheid niet genoeg heeft genomen die hoort bij haar taak als lokaal en verantwoordelijk bestuursorgaan.
Wij vinden dat er op vele vragen geen of onvoldoende antwoord gegeven is.

Het valt op dat het college zich achter de Provincie verschuilt. Het verhaal van de wethouder wanneer hij welke informatie heeft opgevraagd en/of heeft gelezen, wekt bij ons geen vertrouwen. Het college heeft de laatste maanden op verschillende momenten de kans gehad om zowel inwoners als de gemeenteraad actief te informeren en heeft ervoor gekozen dat niet te doen.

Wij vinden dat het college gekozen heeft voor een beleid dat er op gericht is om het geheel klein te houden. Door deze houding konden en kunnen wij als gemeenteraad onze controlerende taak op een uiterst belangrijk en explosief dossier, niet uitvoeren. Het college heeft zelfs de moeite niet genomen om desnoods de fractievoorzitters via het presidium in vertrouwelijkheid te informeren. Het aspect van de mogelijke risico’s voor de volksgezondheid speelt een essentiële rol in de keuze voor Lokaal Belang om vanavond deze motie van afkeuring, over de beleidskeuzes en de handelswijze van het college, in te dienen.

U kunt de raadsvergadering terugkijken via www.barneveld.nl