"Uit de raad" - 22 maart 2023
Raadslid van de Wildenberg vergiste zich in haar tekst en ze was ook wat rillerig, zo zei ze. In de bijdrage van collega De Knegt kwam de verklaring: “We leven in een gure tijd”, zo sprak hij. Gelukkig, zag je van de Wildenberg denken, ik was al bang dat ik griep kreeg.
Maar wat was er allemaal aan voorafgegaan? Dat begon eigenlijk al in de namiddag. Zo’n vijftien belangstellenden hadden zich aangemeld om als gast van de raad een raadsvergadering bij te wonen, met een uitleg en diner vooraf. Zij zagen bij aanvang van de vergadering fractievoorzitter van de ChristenUnie Wiesenekker een zorgvuldig voorbereide motie (een belangrijke aanbeveling) terugtrekken. Hij was voornemens artikel 1 van de grondwet (grofweg: Iedereen is gelijk en wordt gelijk behandeld) in de hal van het gemeentehuis te laten schilderen. Er was hem in de aanloop naar het moment van indienen gebleken dat dit eerder tot verdeeldheid dan tot verbroedering zou leiden.
Verbroedering was ook de bedoeling van het volgende agendapunt, inclusieve taal. Al zouden de indieners wellicht dit woord niet gekozen hebben. De personen Van de Berg en De Man (beiden Pro’98) schreven in hun eerste jaar als raadslid een initiatiefvoorstel. Voorwaar geen klein klusje. Het leverde hen dan ook veel complimenten op van de overige fracties. Het deel van het voorstel dat toezag op eenvoudiger taalgebruik in de raad en in ambtelijke stukken kon ook nog wel op de goedkeuring van de andere raadsleden rekenen. Moeilijker werd het op het punt van inclusief taalgebruik. De aanvankelijke “verboden lijst” was al uit het voorstel gehaald, maar dan nog. Allemaal te “woke” zo gaf De Knegt het gevoel aan van velen in de zaal. Toen van den Born (Lokaal Belang) er nog bij vertelde dat hij Pro’98 eigenlijk een pot vond die de ketel zijn zwart zijn verweet was het wel duidelijk. Dit ging niet aangenomen worden. En zo geschiedde.
Arend Flier sprak nog als een hedendaagse Kapitein Haddock over duizend bommen en granaten die op kosten van de landelijke overheid konden worden opgeruimd. De burgemeester, die deze avond zijn debuut maakte als voorzitter van de raad, gaf aan dat hij met enige creativiteit wellicht gelden uit het Haagse zou kunnen halen en daarmee tegemoet zou kunnen komen aan de geuite wens.
Daarna stond ook de werkwijze van de raad nog ter discussie. Uit hun eigen midden had de raad een groepje gekozen die eens moest kijken hoe de processen eenvoudiger en sneller zouden kunnen lopen. Een set aan wijzigingen werd door iedereen omarmd. Eén punt lag echter wat gevoelig. Het is het recht van een raadslid om een punt op de agenda te zetten van de raadsvergadering voor de meningsvorming. De werkgroep stelde voor om dit te wijzigen en voortaan te stellen dat er twee fracties nodig zijn voor een agendering tenzij een fractie een motie of amendement wil indienen. Niet wenselijk want niet democratisch, stelde van Schaik (VVD). Eigenlijk wel terechte kritiek, zo vonden velen. Uiteindelijk werd het voorstel zodanig aangepast dat de betwiste regel eruit verdween.
Na afloop werd aan één van de gasten van de raad gevraagd wat hij nou eigenlijk het hoogtepunt vond van de zojuist gehouden vergadering. Het antwoord: “Dat de burgemeester bonbons uitdeelde aan de leden van de werkgroep” zette de raadsleden weer met beide benen op de grond. Onderweg naar huis constateerde menigeen dat De Knegt gelijk had toen hij zei dat we in een gure tijd leven.